Voogdij voorbij. Samen terugkijken

Werken bij
JBGLD
Bekijk onze
vacatures
Bekijk
vacatures
»

Voogdij voorbij. Samen terugkijken

Interview Naomi Baaij en Xenne

‘Eerst begreep ik niet goed waarom wij uit huis geplaatst werden. Er klopte veel niet, maar dat was zoals het was. Pas later kwam het besef dat ik ernstig psychisch en fysiek mishandeld ben.’

Achtergrond

Xenne komt uit een gezin van vijf kinderen. Geen van de kinderen woont meer thuis. ‘Op mijn zevende verhuisden wij naar Duitsland waar mijn ouders een boerderij kochten. Toen ik negen jaar was verhuisden wij voor drie jaar naar Denemarken. Ik was twaalf toen we in Nederland terugkeerden.’

Xenne kan zich herinneren dat zij samen met haar oudste broer en drie broertjes vaak straf kreeg. Willekeurig en dus onvoorspelbaar. Met name haar moeder was in haar ogen de boosdoener. ‘Zij negeerde mij heel vaak. Alsof ik er niet was. Ik werd vaak zonder eten naar bed gestuurd. Mijn vader kwam dan ’s avonds nog stiekem een marsepeinen varkentje brengen. Ik werd vaak ’s avonds buiten gezet, alleen, in het donker en ik kon niet naar binnen omdat de deur op slot zat. Soms werd ik geslagen of aan mijn arm pijn gedaan. Als er eten was dat ik lekker vond kreeg ik minder en van minder lekker eten kreeg ik meer. Ik zag wel dat het bij vriendinnen thuis heel anders was, toch accepteerde je als kind de situatie thuis. Eigenlijk waren mijn broertjes en ik vooral heel bang dat onze ouders zouden scheiden. Ze maakten heel veel ruzie met elkaar.’

Uit huis

De kinderen werden allemaal apart in een pleeggezin geplaatst. ‘Ik denk dat het wel verstandig is geweest dat wij niet samen waren. In het begin was dat wel moeilijk want wij hadden juist jarenlang samen opgetrokken om te overleven. Vooral met twee jongere broertjes had ik een goede band. Hen zie ik ook nog wel regelmatig. Wanneer we in de eerste jaren bij elkaar op bezoek kwamen ontstond gelijk het “oude bondje”. Dat was een natuurlijk patroon vanuit ons gezin. Wij accepteerden ander gezag niet en behandelen ieder ander op een vijandige manier. Puur overleven.’

Voogd en pleegzorg

‘In het begin had ik geen zin in Naomi. Ik had geen zin in praten. Gelukkig nam Naomi mij vaak ergens mee naartoe. Even weg werkt beter. Dan zit je ook niet zo tegenover elkaar, dat praat makkelijker. Er is uiteindelijk wel een band ontstaan tussen ons. Het is belangrijk geweest dat Naomi er altijd was gedurende de afgelopen 5 jaar. Ze heeft veel voor mij betekend’

Pleegmoeder Coby beaamt dat: ‘Naomi was toegankelijk en geïnteresseerd. Naomi is belangrijk geweest voor Xenne én voor mij. Toen de vraag via school kwam of ik Xenne wilde opvangen was ik helemaal niet bezig met pleegzorg. Ik was alleenstaand, woonde in een piepklein dorp in het midden van het land en wilde eigenlijk terug naar Zuid-Holland. Xenne kwam bij mij en nu kan ik zeggen dat ze het beste is wat mij is overkomen. Maar dat is niet gemakkelijk gegaan. Ik heb weleens op het punt gestaan om de plaatsing te stoppen.’

Gevolgen

Coby wordt even stil en vervolgt: ‘In het tweede jaar veranderde Xenne. De enige emotie waar zij uiting aan kon geven was boosheid. En dat richtte zich op mij. Ik bleef echter rustig, maar dat triggerde Xenne nog meer.’ Xenne beaamt dat zij daar heel slecht tegen kon: ‘Ik wilde een reactie. Toen Coby een keer weg wilde lopen heb ik haar vastgepakt. Dat was echt over de grens. Ik kon toen geen woorden geven aan wat ik voelde. Ik kon alleen boos worden.’

Xenne: ‘In de toekomst wil ik graag anderen gaan helpen en daarom ben ik nu een sociale opleiding gaan doen. Toch is het ook wel confronterend om naar mijzelf te kijken tijdens de opleiding. Aan het begin van het jaar moest ik een ik-boek maken, maar mijn moeder wilde geen foto’s en informatie geven. Naomi heeft mij toen geholpen om met school tot een oplossing te komen.’

Naomi: ‘Xenne heeft ontzettend veel meegemaakt. Die boosheid was erg logisch. Gelukkig is Xenne ten diepste een vrolijk kind dat vooruitkijkt. Dat heeft haarzelf en Coby erg geholpen. Na de boosheid was er eigenlijk altijd wel weer een moment dat Xenne verdriet liet zien en Coby weer dichterbij kon komen. Terugkijkend heeft Xenne een grote ontwikkeling doorgemaakt. Ik ben ontzettend trots op haar. Ze heeft verschillende therapieën gevolgd waar ze geen zin in had. Toch ging ze altijd. En hier zit zij nu. Volwassen, begonnen aan haar mbo en de wil om zelf in de hulpverlening te gaan werken.’

Groei en toekomst

Naomi noemt een voorval waaruit blijkt hoe krachtig Xenne is geworden: ‘In december liepen Xenne en haar broertje ineens hun moeder tegen het lijf. Ze renden in eerste instantie weg; de reflex van angst was er nog. Toch draaide Xenne zich om en nam ze het initiatief om met moeder te gaan praten. De eerste keer in meerdere jaren.’

Xenne: ‘Met mijn vader heb ik geregeld contact. Ik logeer daar ook soms. Met mijn moeder heb ik eigenlijk geen contact. Dat is niet erg. Binnenkort ga ik ook verhuizen. De verhuisplannen die Coby had voordat ik kwam gaan nu door. Ik zit op een school die goed te bereizen is vanuit onze nieuwe woonplaats. Coby is voor mij in het dorp gebleven. Nu ga ik met haar mee.’

Naomi: ‘Het is denk ik goed voor Xenne dat mijn officiële betrokkenheid gestopt is nu ze achttien jaar is. Ze mag haar eigen weg gaan. We zullen elkaar vast nog wel af en toe een berichtje sturen zoals we dat gewend waren. Het is mijn werk om een band op te bouwen met mensen. Maar de band die ik met Xenne heb is inmiddels meer dan werk. En dat hoort er ook bij.’

Terug naar overzicht