Liefde is ook loslaten

Werken bij
JBGLD
Bekijk onze
vacatures
Bekijk
vacatures
»

Liefde is ook loslaten

Manon is de moeder van Nikki, nu acht jaar oud. Nikki woont in een pleeggezin. Wouter, een van onze jeugdbeschermers, is haar voogd. Manon benaderde ons, omdat ze graag haar verhaal wilde vertellen. “Omdat ik blij ben dat mijn dochter heel goed terecht gekomen is”. En, “Omdat jullie heel goed werk doen. En dat hoor je veel te weinig. Ik wil dit graag vertellen.” Dit is haar verhaal. Opgetekend na een openhartig en indrukwekkend gesprek, gelezen en goedgekeurd door Manon.

“Toen ik haar als baby vast hield wist ik het eigenlijk al. Dit meisje gaat niet lang bij mij blijven. Nikki was een echte huilbaby. Ik was stratenmaker en veel weg, mijn vader paste op. De buren in de flat boven mij klaagden over de herrie, dan kwam ook de politie wel eens langs. Ik probeerde van alles, knipte de labeltjes uit de rompertjes, haalde er zelfs iemand met een wiggelroede bij, maar ze sliep nooit. Toen werd mijn vader ziek en werd mijn netwerk heel klein. Ik kon het niet aan. Toen Nikki wat ouder werd, bleek ze ook wel echt een kind met een eigen wil. Als ze iets deed wat niet mocht, kreeg ik er geen vat op. Wat ik ook zei, of als ik haar de gang op stuurde, het boeide haar niet.

Ik kom zelf uit een heel nare thuissituatie. Mijn vader was alcoholist. Er was geen geld, ik kreeg nooit iets. Mijn stiefmoeder prostitueerde mij, voor geld. En ze had Münchhausen-by-proxy. Ze maakte mijn zus ziek. Die heeft er zo’n trauma aan overgehouden, dat ze later zelfmoord heeft gepleegd. Zelf rookte ik al toen ik acht was, en was ik op mijn negende alcoholverslaafd. Het was allemaal ellende. Ik heb geen voorbeeld gehad van hoe je dat doet, een kind opvoeden. Ik wist alleen, ik wil haar alles geven. Maar dat ging niet goed. Dan vroeg ze bijvoorbeeld een prinsessenjurk, nou dan kreeg ze die meteen. Of als ze rotzooi maakte, oh, ik ruimde het wel op. Maar emotioneel was ik niet voldoende beschikbaar. Als ze huilde kon ik haar niet troosten. Ik wist niet hoe dat moest. Als je zelf geen goede hechting hebt gehad, hoe kun je dat dan aan je kind geven.

Toen de politie weer eens aan de deur stond, zei die ‘Is het geen idee eens naar het ‘Voormekaar team’ te gaan?’. Voor opvoedondersteuning. Ik heb daar allerlei verschillende hulpverleners ontmoet, allemaal met de beste bedoelingen, maar niets hielp. Toen werd ook voorgesteld Nikki naar een zorgboerderij te brengen, zodat ik tot rust kon komen, maar daar moet je eerst een diagnose voor hebben. Ik had een burn-out, maar daar schaamde ik me voor, dat gaf ik niet toe. Toen kwam ik bij een crisisgezin terecht. Nikki kon daar een paar weekenden heen. Die pleegmoeder zei me, waarom meld je je niet aan voor vrijwillige pleegzorg. Dat heb ik gedaan. Nikki ging naar een pleeggezin, en ik kon bijkomen. Maar toen bleek dat ze meer structuur nodig had dan zij konden geven. Er kwam een ander pleeggezin dat dat wel kon bieden. Een vader en een moeder met al een eigen dochter. Nikki vond het heel fijn daar.

Intussen bleef ik mijn best doen met Nikki. Maar als ze bij me was ging het vaak niet goed tussen ons. We leken wel Tom en Jerry, zo veel ruzie maakten we. Nikki had ook een emotionele achterstand. En vertoonde gek gedrag soms. Op een dag vloog ze me aan met een schaar, omdat ik de verkeerde kleur vouwblaadjes had gekocht. Eigenlijk was de conclusie op een gegeven moment ‘Moeder doet echt haar best, maar het lukt niet.’ Toen werd de vrijwillige hulp omgezet in een ondertoezichtstelling, en Wouter werd onze jeugdbeschermer.

Ik was heel blij met Wouter. Na heel veel verschillende hulpverleners, allemaal met een andere visie. Hij was heel duidelijk en heel eerlijk. Door de gesprekken met hem en de klik, ben ik gaan inzien dat soms iets gewoon echt niet lukt, al doe je echt je best. Dat Nikki een stabiele omgeving nodig heeft, en die krijgt ze in dat gezin. Als je niet beter wist, zou je zelfs denken dat zij altijd al een gezin waren. Ik zie Nikki nu eens in de twee weken drie uur. Soms vliegen die uren voorbij, maar soms merk ik ook dat ik dat lang zat vind. Dan loopt het gewoon niet. Er zit ook altijd opvoedondersteuning bij die bezoeken, omdat ik gewoon niet goed weet hoe ik met bepaalde dingen goed om moet gaan. Wouter zag ook dat er met Nikki wel echt wat aan de hand is. Hij heeft geregeld dat er een psychologisch onderzoek komt om uit te zoeken wat precies.

Ik heb het echt wel moeilijk gehad hoor. Ik heb in het begin wel eens gedacht ‘Oh nee toch, ze gaan me mijn meisje afnemen.’ Ook voor Nikki was het heel moeilijk toen. Zij dacht ‘mama heeft mij in de steek gelaten.’ We hebben er samen met het pleeggezin en Wouter heel emotionele gesprekken over gevoerd. Wouter begeleidde dat heel goed. En dit speelt nu niet meer. Ik zie Nikki nu opbloeien. Wat zij haar kunnen geven, kan ik niet. Het is goed zo, liefde is ook loslaten.

Inmiddels is de ondertoezichtstelling omgezet in een voogdij. Wouter is nu Nikki’s voogd. Hij gaat bijvoorbeeld mee naar gesprekken met hulpverlening en elke twee maanden organiseert hij een overleg met alle hulpverleners en mij. Met de pleegouders van Nikki kan ik heel goed. We hebben vaak contact, gewoon even bellen, en als ik naar de verjaardag van Nikki ga, neem ik ook altijd een cadeautje mee voor hun dochter. Wat ik hoop voor de toekomst? Dat Nikki uitgroeit tot een stabiele, evenwichtige vrouw. En als ze later gaat trouwen, zoek ik samen met haar pleegmoeder de jurk uit. Ik wil haar de kindertijd en jeugd geven die ik zelf niet heb gehad, en ik zet alles op alles daar zo goed mogelijk aan bij te dragen. Al doe ik dat als een koekoek: Ik leg mijn ei in een ander nest.”                             

                                     

We vroegen Wouter op dit verhaal te reageren.

“Ik vind het natuurlijk bijzonder leuk om te lezen hoe deze moeder mijn ondersteuning ervaart en waardeert. Als jeugdbeschermers werken we in een complex werkveld waarin dankbaarheid niet altijd wordt ervaren, laat staan uitgesproken. En dan juist dit soort ervaringen horen van een ouder maakt mij een blije hulpverlener. Als werker probeer ik altijd het belang van het kind op de eerste plek te zetten en ouders hierin mee te nemen. Het is fijn om terug te lezen dat deze moeder dat, ondanks haar enorm moeilijke situatie zoals zij dat beschreven heeft, ook als zodanig ervaart. Dit soort erkenning en ervaring maakt ons werk extra mooi!”

Terug naar overzicht